De wijngaarden ten zuiden en oosten van de stad Nantes bestrijken ongeveer 16000 ha en zijn gelegen aan de zonzijde, beïnvloedt door de Atlantische Oceaan.
Deze regio kent AOC’s: Muscadet, Muscadet Coteaux de la Loire, Muscadet Sèvre et Mains en Muscadet Côtes de Grand Lieu. Daarnaast zijn er nog AOVDQS Gros-plant du pays nantais, Coteaux- d’Ancenis en Fiefs-Vendéens .
Tot nog toe hebben wij nog geen wijnen uit de laatst genoemde appelaties geproefd.
Wel zijn we een aantal wijnen van verschillende huizen uit Gorges en Clisson tegen gekomen: Les crus du muscadet. Of zowel Grand Vin de Nantes. Verrassende wijnen.
Clisson en Gorges zijn beide gesitueerd in de gelijknamige vallei in het hart van de Muscadet, de betere kant van de Sèvre en de Maine.

Op de tekening hierboven kan men de verschillende bodemsoorten van de Nantaise waarnemen. Voor de Clisson en Gorges is de bodem van massief armoricain met een ondergrond van graniet, gneiss en micaschistes. Ook Gabbro is een bodemsoort dat voorkomt in deze wijngebieden. Dat maakt de wijnen zo mineraal van toon. Hier wordt het proces ‘Sur Lie’ toegepast dat de wijnen een vettige volle smaak geven. Je zou zeggen: tegenstrijdig die combinatie van rond, vettig en mineraal, maar het levert wel spannende Muscadet’s op.
Sur lie: na voltooing van de alcoholische fermentatie sterven de gistcellen af, en blijven op de bodem van de fermentatie tank liggen. Minimaal een winter na de oogst moeten ze in de contact blijven met de wijn. Na deze periode wordt de wijn slechts één keer geklaard om de grote dode gistcellen te verwijderen en vlak voor dat de wijn op fles gaat wordt hij nog eens gefilterd. Dit proces geeft de wijn nog meer frisheid en soms ook een lichte bubbel om de wijn te behouden voor oxidatie. Soms krijgt worden de gistcellen nog eens door de wijn geslingerd, de zgn. batonnage methode. Dit gebeurt wanneer de wijnmaker nog meer viscositeit aan de wijn wil toevoegen.Het bottelen kan tijdens twee periodes gebeuren: hetzij tussen 1 maart en 30 juni na de oogst, hetzij tussen 15 oktober en 30 november. Hiermee wordt vermeden dat het bottelen in warme zomermaanden gebeurd. De verkoop van de wijn mag niet eerder dan in de vierde week in maart plaatvinden. Om er voor te zorgen dat de wijn delicaat en fris blijft en zo min mogelijk handelingen ondergaat is het een verplicht om het bottelen te laten plaatsvinden op de plek waar de wijn ook gemaakt is.
De ‘Sur lie’wijnen kunnen naast hun frisheid en lichte bubbels die aan het glas hangen, ook een autolyse aroma hebben wat veroorzaakt is door de ontleding van de dode gisten.
Bruno Cormerais,
Familiebedrijf in Saint-Lumine-de-Clisson bezit 27 ha grond waarvan 22 ha Muscadet, ook Melon (de Bourgogne) genoemd. De wijnstokken zijn ongeveer 40 – 70 jaar oud. Gemiddeld 8 tot 14 maanden rusten ze op hun dode gistcellen. In exceptionele jaren kan het tot minimaal 2 jaar duren. Zo ook bij de volgende wijnen:
Maxime 2009, heeft 20 maanden op zijn dode gistcellen gerust. De wijngaard heeft graniet als ondergrond. De wijn is lichtgeel van kleur met groene tinten en vertoond een hoge mate van viscositeit (tranen aan het glas) wat zich uit in de vettige , volle smaak van de wijn. Aroma’s van kruiden, witte bloemen, in de smaak komen deze aroma’s fris over. Een goede afdronk. Balans tussen frisheid en alcoholgehalte (13%).Te bewaren tot 2014 maar nu ook al op dronk.
Bruno 2004 is 40 maanden gerijpt volgen het Sur Lie proces, het is een lichtgele wijn, een waterige rand en tranen aan het glas. Neus van witte bloemen, citrus, honing en kruiden. Smaakaroma’s van meidoorn, grapefruit, anijs , honing. Gemiddelde zuurgraad en alcoholgehalte (12,5) Kruidige afdronk. Een volle wijn die op dronk is maar zeker nog 10 jaar in de kelder kan blijven liggen.
Bij deze wijnen kan behalve schaaldieren in romige saus, ook geitenkaas en foie gras worden gegeten. Het zijn wijnen die zich aan deze gerechten aanpassen.
Domaine Martin Luneau:
een familiebedrijf zuidoost van Nantes, met 30 ha wijngaarden. De wijnstokken zijn meer dan 40 jaar oud. Bodem van zand klei met een granieten ondergrond en gabbro (vuurspuwend gesteente dat uit grote kristallen is samengesteld).
Gorges 2009, lichtgroen met waterige rand. Weinig aroma’s in de neus. Die komen in de mond pas tot leven zoals citrus, grapefruit, groene appel, witte bloemen. Lage zuurgraad en alcoholgehalte (12%). Deze wijn heeft 2 jaar op zijn dode gistcellen gelegen. Zeer minerale afdronk die lang blijft nagalmen. Kan nu als aperitief worden gedronken, over 5 jaar is het een serieuze wijn bij het diner of de lunch. Decanteren is dan wel aanbevolen.
Clisson 2009, lichtgroen met witte rand en tranen die aan het glas hechten. Frisse neus van bloemen en wit fruit. Aroma’s van acacia, lindebloesem, peer en citrus. Lage zuurgraad, volle wijn met goede balans tussen de smaak en geuraroma’s . Alcoholgehalte van 12%. Ook deze wijn is 2 jaar gerijpt volgens het sur lie proces.